vrijdag 28 januari 2011

De verjaardag van de eekhoorn

Op de ochtend van zijn verjaardag bakte de eekhoorn taarten. Nog voor de zon opkwam was hij al aan het werk.
Hij wilde zó veel taarten bakken dat iedereen aan het eind van de dag zou zeggen:'Ik kan niet meer....'
Dan pas was het een echte verjaardag vond hij.
Hij bakte grote honingtaarten voor de beer en de hommel, een grastaart voor het nijlpaard, een kleine rode taart voor de mug en een dorre taart voor de dromedaris. Hij bakte zware, zoute taarten voor de haai en de inktvis en liet ze aan een ketting naar beneden zakken in de rivier, en hij bakte dunne luchtige taarten voor de zwaluw en de wilde gans en de scholekster, die hij hoog boven de bomen liet zweven- aan en touw, zodat ze niet konden wegvliegen. Hij bakte dikke, natte taarten voor de aardworm en de mol, die zo zwaar waren dat ze door de grond knden zakken zodat de aardworm en de mol ze in het donker konden eten-daar smaakten die taarten het best.
Af en toe rustte de eekhoorn even uit, maar nooit lang. Want ontelbare taarten zijn heel veel taarten.
Hij bakte een ruwe schorstaart voor de olifant en een kleine vermolmde wilgentaart voor de houtworm.
Hij dacht even diep na en bakte toen een taart van louter water voor de waterjuffer. Het was een eigenaardige glinsterende taart en hij zette hem apart onder de takken van de rozenstruik.
Hij bakte de hele ochtend door en pas toen de zon hoog aan de hemel stond en het feest bijna ging beginnen was hij klaar.
Hij keek om zich heen en knikte.
Overal lagen, zweefden, stonden en hingen taarten- zwarte taarten, witte taarten, kromme taarten, ronde taarten, hoge taarten en enorme, logge taarten die langzaam in de grond verdwenen. De meeste taarten dampten nog en verspreidden zoete geuren om zich heen en leken wel te glinsteren van ongeduld.
Het was een warme, zonnige dag, in het midden van de zomer.
Er was een taart voor iedereen.

Toon Tellegen- De verjaardag van de Eekhoorn

Geen opmerkingen:

Een reactie posten