zondag 16 augustus 2009

Ons boerenbestaan

Een zachtgekookt eitje dat 2 uur eerder vers gelegd is naast de tent...
We hebben ons dapper door de voorraad Franse gedroogde worstjes, witte wijn, confit en cremant heengeslagen. Ergens aan een weiland met uitzicht op water en bootjes.
De eerste week je eigen houtvuurtje stoken om koffie te maken, romantisch... Maar na een week zolang op mijn eerste espresso wachten kreeg ik de drang om zelf opnieuw het gasfornuis uit te vinden.
Heerlijk aan het water gelummeld, voetjes van de rand van de boot laten hangen. De kinderen kunnen nu motorbootjes besturen en kennen de basisprincipes van het zeilen. Ze zwemmen als kleine ratjes in natuurwater. Zij hebben diepgaand onderzoek gegaan naar alle Nederlandse ijskaarten.
Wij naar Friese biertjes en terhorner bitter uit een kruikje, droge worst erbij. Helemaal niet on-prettig.

Ik krijg door het boek van Ruth Reichl (hoofdredacteur Gourmet) een bijna onweerstaanbare zin in pekingeend zodat me vriendelijk doch dringend wordt gevraagd of terug naar de bewoonde wereld te rijden of er nu over op te houden.
Zit je dan in een pipowagen op een eiland. Of je nu in een bedstede met hartjes in de deuren slaapt of niet.

Maar het was fijn deze vakantie, spontane lange lunches met tijdelijke mede kampbewoners. En ik was nog nooit zo gebruind als na 2 weken aan het Hollandse water. Morgen weer broodtrommels vullen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten